De Joden begonnen te protesteren omdat Hij zei dat Hij het brood was dat uit de hemel was neergedaald. ‘Dat is toch Jezus, de zoon van Jozef? We weten toch wie Zijn vader en moeder zijn? Hoe kan Hij dan zeggen dat Hij uit de hemel is neergedaald?’ Jezus zei:

‘Ik hoor u bezwaren maken. Toch kan niemand bij Mij komen, tenzij de Vader die Mij gezonden heeft hem bij me brengt, en Ik zal hem op de laatste dag tot leven wekken. Het staat geschreven in de Profeten:

“Zij zullen allemaal door God onderricht worden.” Iedereen die naar de Vader luistert en van Hem leert komt bij Mij. Niet dat iemand ooit de Vader gezien heeft–alleen Hij die van God komt, heeft Hem gezien. Waarachtig, Ik verzeker u:

wie gelooft, heeft eeuwig leven. Ik ben het brood dat leven geeft. Uw voorouders hebben in de woestijn manna gegeten en toch zijn zij gestorven. Maar dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald; wie dit eet sterft niet. Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; wanneer iemand dit brood eet zal hij eeuwig leven. En het brood dat Ik zal geven voor het leven van de wereld, is Mijn lichaam.’

Nu begonnen de Joden heftig met elkaar te discussiëren:

‘Hoe kan die man ons Zijn lichaam te eten geven!’ Daarop zei Jezus:

‘Waarachtig, Ik verzeker u:

als u het lichaam van de Mensenzoon niet eet en Zijn bloed niet drinkt, hebt u geen leven in u. Wie Mijn lichaam eet en Mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en hem zal Ik op de laatste dag uit de dood opwekken. Mijn lichaam is het ware voedsel en Mijn bloed is de ware drank. Wie Mijn lichaam eet en Mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik blijf in hem. De levende Vader heeft Mij gezonden, en Ik leef door de Vader; zo zal wie Mij eet, leven door Mij. Dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald. Het is niet het brood dat uw voorouders aten; zij zijn gestorven, maar wie dit brood eet zal eeuwig leven.’ Dit alles zei Hij in de synagoge van Kafarnaüm toen Hij daar onderricht gaf.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Johannes 1:19-34 Getuigenissen 1

Marcus 15:16-32 Kruisiging 1

Marcus 8:14-21 Het tweede teken van de broden 2

Johannes 5:19-30 Jezus en de Vader 1

Johannes 14:1-14 Jezus gaat naar de Vader 2

Marcus 14:22-31 Het pesachmaal 2

Johannes 1:35-51 Getuigenissen 2

Matteüs 15:10-20 Rein en onrein 2

Marcus 14:32-42 Nachtwake en arrestatie 1

Matteüs 21:23-32 Onderricht aan hogepriesters, oud...

Johannes 14:15-31 Jezus gaat naar de Vader 3

Matteüs 16:1-12 De zuurdesem van de Farizeeën en d...

Matteüs 21:1-13 Intocht in Jeruzalem 1

Lucas 23:26-43 Kruisiging en graflegging 1

Matteüs 25:1-13 De komst van de Mensenzoon 4

Matteüs 13:18-23 Gelijkenissen over het koninkrijk...

Lucas 11:29-36 Toespraak tot de menigte 2

Johannes 5:1-18 Genezing in het bad van Betzata

Matteüs 24:15-31 De komst van de Mensenzoon 2

Marcus 6:7-13 Uitzending van de twaalf leerlingen

Matteüs 22:34-46 Debat met Farizeeën, Herodianen e...

Marcus 10:23-31 Binnengaan in het koninkrijk van G...

Lucas 8:9-21 Verkondiging van het koninkrijk van G...

Matteüs 18:15-20 Onderricht aan Petrus en de leerl...

Johannes 16:17-28 De haat van de wereld 3

Matteüs 18:8-14 Onderricht aan Petrus en de leerli...

Marcus 12:28-34 Confrontatie met Farizeeën, Herodi...

Matteüs 26:1-16 Jezus met kostbare olie gebalsemd

Matteüs 20:17-28 Op weg naar Jeruzalem 1

Lucas 7:36-50 De liefde van een zondares

Lucas 22:39-53 Jezus gevangengenomen en verloochen...

Johannes 7:25-36 Jezus op het Loofhuttenfeest 3

Lucas 8:30-39 Naar de overkant van het meer 2

Matteüs 15:1-9 Rein en onrein 1

Lucas 21:29-38 De komst van de Mensenzoon 3

Matteüs 16:21-28 Wie is Jezus? 2

Marcus 1:21-34 Een nieuwe leer met gezag 1

Johannes 11:1-16 Lazarus uit de dood opgewekt 1

Lucas 22:14-23 Het pesachmaal 2

Matteüs 9:18-26 Verschillende genezingen 1

Marcus 14:43-52 Nachtwake en arrestatie 2

Matteüs 21:33-44 Onderricht aan hogepriesters, oud...

Johannes 8:37-47 Jezus getuigt over Zichzelf 3

Lucas 2:41-52 De twaalfjarige Jezus in de tempel

Lucas 14:12-24 Een feestmaal op sabbat 2

Lucas 8:49-56 Genezing en dodenopwekking 2

Matteüs 19:13-15 Leven met het oog op het koninkri...

Marcus 11:1-11 Intocht in Jeruzalem

Johannes 9:1-12 Genezing van een blinde 1

Johannes 4:43-54 Genezing in Kana

Lucas 22:66-71-23:1-7 Het verhoor 1

Lucas 18:9-17 De erfgenamen van het koninkrijk van...

Marcus 10:46-52 Op weg naar Jeruzalem 2

Lucas 18:18-30 De erfgenamen van het koninkrijk va...

Matteüs 21:18-22 Het teken van de vijgenboom

Matteüs 10:5-17 Uitzending van de twaalf 2

Johannes 12:37-50 Ongeloof

Johannes 10:22-42 Geloof en ongeloof

Marcus 15:1-15 Jezus voor Pilatus

Johannes 16:1-16 De haat van de wereld 2

Marcus 1:35-45 Een nieuwe leer met gezag 2

Johannes 2:1-12 Bruiloft in Kana

Johannes 3:14-21 Gesprek met Nikodemus 2

Matteüs 9:1-13 Terug naar Kafarnaüm 1

Lucas 9:37-50 Onderricht aan de leerlingen 3

Matteüs 22:15-33 Debat met Farizeeën, Herodianen e...

Matteüs 8:14-22 Genezingen en navolging 2

Matteüs 12:33-37 Confrontatie met Farizeeën en sch...

Lucas 24:1-12 Het lege graf

Johannes 11:45-54 Lazarus uit de dood opgewekt 4

0Shares